Wilco’s opa woont in een verpleegtehuis en momenteel kan hij hem niet bezoeken.
Hij ging eens graven in zijn geheugen naar mooie herinneringen aan opa en vroeg mij om hier illustraties bij te maken.
“Een mooi voorbeeld van een herinnering is dat ik vroeger bij mijn opa ging logeren. Wanneer we dan boodschappen deden, gingen we daarna altijd twee gebakken visjes halen voor bij de lunch. De mevrouw van de viskraam veegde altijd haar vette handen af aan de achterkant van haar witte werkkleding, waardoor je op haar billen altijd vieze vlekken zag zitten, waar wij dan heel hard om moesten lachen.”
“En als de visjes klaar waren, werden ze vakkundig in oude kranten gewikkeld om de warmte vast te houden en te voorkomen dat de hele auto naar vis ging ruiken. En ondanks dat ze in die kranten gewikkeld, nog extra bedekt met een geruite denken die altijd klaar lag in de achterbak, tezamen met het boodschappenkrat, rook toch de hele auto naar vis.”
“Eenmaal thuis gingen we aan de ronde eettafel genieten van de vis, met Duitse volksmuziek op de radio aan, die in de stoel naast opa stond.”